LD - H.Kerkserie - Jong Gezin. Antje en Dirk 2.JPG

LD - Leidsch Dagblad 700 jaar Hooglandse Kerk


           Serie: 700 jaar Hooglandse Kerk 


De Hooglandse Kerk bestaat in Leiden bestaat dit jaar 700 jaar. Reden voor een feestje. Reden voor een serie voor het Leidsch Dagblad: Wat speelt er zich af in en rondom de kerk? 


Leidsch Dagblad: voorjaar 2015

 

Deel 1: Uniek licht, akoestiek en geparkeerde fietsen, 20 mei 2015
Door mijn onderzoek ben ik alleen nog maar meer van het gebouw gaan houden. Soms raak ik op zondagmorgen wat afgeleid als ik om me heen kijk en aan al de verhalen denk die zich hier afspeelden'', zegt Elias van der Plicht, jong historicus en medeauteur van het boek 'Zeven eeuwen Hooglandse kerk' dat op 5 september wordt gepresenteerd. De historicus - wiens eerste herinnering aan de Hooglandse Kerk een poster in zijn kinderslaapkamer was van een optreden in de Hooglandse van Con Amore, het koor waar zijn ouders elkaar leerden kennen - deelt zijn meest opmerkelijke onderzoeksvondsten.
,,Het scheelde een paar keer maar een haartje of de kerk was er niet meer geweest. In 1807 werd hij bijna afgebroken na de buskruitramp. En er was vaker sprake van dat hij zou worden gesloopt vanwege de zeer slechte staat van het gebouw. Dat er nu nog kerkdiensten plaatsvinden, is haast een wonder. In plaats van de Pieterskerk was veertig, vijftig jaar terug bijna de Hooglandse afgestoten. Je ziet dat op veel plaatsen in Nederland het kerkbezoek terugloopt. Het is doodzonde dat dan juist de duurste en vaak mooiste monumenten worden verkocht'', vindt Van der Plicht.
De historicus richtte zich vooral op Leidenaars in de kerk en de relatie met de stad. De eerste pastoor die in 1366 in dienst trad, was een kleurrijke man. ,,Pastoor Van Bleyswijc jutte iedere zondag zijn kerkgangers op om de hand minder op de knip te houden. Zelf gaf hij het goede voorbeeld door vanaf de preekstoel een grote som geld te smijten op de offerschaal. Gelukkig kon hij wel wat lijden. Van Bleyswijc was rijk en had meerdere landhuizen en een paar flinke lappen grond. Een ander weetje, zeven eeuwen later, is dat tijdens de Tweede Wereldoorlog de kerkgangers de fietsen uit angst voor de Duitse fietsenroof in de kerk parkeerden. Als iemand daar nog een foto van in zijn bezit heeft, dan doe ik bij deze een oproep aan de lezer'', zegt Van der Plicht lachend.
,,Een opmerkelijk feit is dat de Hervormde Kerk in Leiden tijdens de Tweede Wereldoorlog negen predikanten had. Een van hen, dominee Touw, durfde zijn nek in de Hooglandse uit te steken en riep vanaf de kansel: 'Jodenhaat is Godshaat'. Hij werd opgepakt, maar na een dag al weer vrijgelaten. Opvallend, want andere dominees kwamen voor minder wel in het concentratiekamp. Het zou kunnen zijn dat zijn Leidse collega, een NSB-dominee, zijn connecties heeft aangewend om Touw vrij te krijgen, maar dat is speculeren. Als deze NSB'er in de Hooglandse preekte, zaten er trouwens soms maar zeventien mensen in de kerk.''
Leiden werd in de zestiende eeuw bijna verheven tot bisschopsstad. Dan was de Hooglandse een kathedraal geweest en was ze misschien wel veel groter geworden. ,,Rond 1550 was de kerk klaar zoals ze er vandaag de dag uit ziet. Destijds waren er plannen om haar nog groter te maken en een hoge toren te bouwen, maar daar is het nooit van gekomen. Tegenwoordig wordt de kerk geroemd om zijn akoestiek, terwijl daar na de laatste restauratie in de jaren '70 flink over werd geklaagd. Maar koren waren gewoon niet meer gewend aan de lange nagalm in de kerk.''
Van der Plicht is niet alleen als historicus aan de kerk verbonden, maar is ook lid van de Binnenstadsgemeente. Als student ging hij op zoek naar een nieuwe kerk. Met het plan bij alle kerken langs te gaan, stapte hij als eerste de Hooglandse kerk binnen en ging daar nooit meer weg. Als de zon door de ramen schijnt, vindt hij de kerk op haar mooist. ,,De lichtinval is nergens anders zo mooi.'' Leidenaars mogen wat hem betreft trots zijn op de Hooglandse kerk. ,,Het is één van de grootste monumenten van de stad. Een monument dat 700 jaar oud is, en het mag nog zeker 700 jaar blijven staan.''

Deel 2: 'Het geloof biedt het gezin rust, gemeenschap en betrokkenheid'

Dirk Maats (42, adviseur bedrijfsvoering bij Rijkswaterstaat) en Antje Ras (39, projectleider bij Gemeente Leiden) met Liesbeth (8), Bram (4) en Margriet (1,5) Maats over hun lidmaatschap van de Leidse Binnenstadgemeente.

Leiden,,De openheid van de kerk trok ons aan. Iedereen is welkom, of je nou een katholieke of protestantse achtergrond hebt. De Leidse Binnenstadsgemeente is allesbehalve dogmatisch'', zegt Antje Ras. Antje groeide op op Urk, waar ze zoals ze het zelf zegt 'het geloof met de paplepel kreeg ingegoten'. Dirk komt uit het Brabantse Heeze. Zijn vader was dominee. Allebei protestants, hij wat lichter, zij wat zwaarder. Bij de Binnenstadsgemeente voelen ze zich sinds 2000, na een zoektocht door kerkelijk Leiden, beiden thuis.
,,Om te geloven heb je niet per se een kerk nodig, je kunt prima geloven in God zonder kerk. Maar het feit dat je samenkomt met mensen die in dezelfde God geloven, steunt en inspireert wel'', vindt Antje. De Binnenstadsgemeente is voor haar en Dirk een gemeente die mensen alle ruimte geeft om op hun eigen manier betrokken te zijn.
,,Er is een warme en respectvolle sfeer en een fijne mix van traditie, vernieuwing en openheid. Daarbij zijn er veel jongeren en jonge gezinnen actief betrokken'', zegt Dirk. Samen volgden ze de cursus 'Bewust Geloven'. Daarin was veel ruimte om zelf na te denken. ,,Het is leuk dat sommige mensen met wie we destijds de cursus deden, kinderen van dezelfde leeftijd hebben. Dat zijn inmiddels vrienden die we ook buiten de zondagochtenddienst om zien.''
Het stel probeert Liesbeth, Bram en Margriet een eigen manier van geloven mee te geven. ,,Zeker in de pubertijd zal dat straks lastig zijn. Nu ze nog klein zijn, gaan ze gewoon zonder morren mee. Liesbeth probeert soms ongelovige vriendinnetjes te 'bekeren' en vertelt hen over God en dat ze overal voor kunnen bidden. Ze zitten nu nog in de fase waar ze helemaal geen twijfel kennen. In mijn eigen pubertijd merkte ik dat het contact met vriendinnen uit de kerk - bijvoorbeeld tijdens gespreksgroepen - waardevoller was dan de zondagochtenddiensten zelf. Het is belangrijk dat ze leeftijdsgenoten hebben waar ze een klik mee hebben. Ook de kinderen moeten een eigen gemeenschap hebben waar ze kunnen praten over hun twijfels'', zegt Antje.
Beiden geven kindernevendienst. Momenteel organiseert de Binnenstadsgemeente samen met Ekklesia en de Marekerk een kindermusical. Liesbeth (8): ,,Ik vind het knutselen en de verhalen leuk op de kindernevendienst. Dat is belangrijk, omdat we daar praten over God en Jezus.'' Soms bidt Liesbeth samen met dominee Alblas voor in de kerk het Onze Vader. ,,Dat vind ik wel spannend voor zoveel mensen.'' De vierjarige Bram is te verlegen om te vertellen wat hij van de kerk vindt.
Ondanks dat Antje het belang inziet van jeugddiensten waarin jongeren input geven, gelooft ze niet dat diensten totaal moeten worden omgegooid om jongeren aan te trekken. ,,Het belangrijkste is dat je als ouder je kinderen geloof meegeeft als iets positiefs. Iets dat kracht en steun geeft en waar ze altijd op kunnen terugvallen. Dat heb ik zelf ook van mijn ouders en opa en oma's meegekregen.''
Geloven is niet alleen de zondagochtend. Bovenal biedt geloof het gezin rust, gemeenschap en betrokkenheid. Met allebei een baan en drie jonge kinderen zijn de weken al snel hectisch vol. ,,In de zondagochtenddienst kan ik niets anders doen dan luisteren en mooie liederen zingen en kom ik echt tot rust'', zegt Antje.
Een goede sfeer en niet het gebouw vinden Dik en Antje het belangrijkste in hun geloof. ,,Al hoewel de Hooglandse kerk natuurlijk een heel mooi gebouw is. Vooral toen we trouwden. Dan ben ik stiekem toch wel een beetje trots dat ik lid ben van deze kerk.''

Deel 3: Gevarieerd, van begrafenis tot Audi A8-presentatie, 3 juni 2015


Leiden,,Vijfenhalf jaar geleden, toen ik als koster in de Hooglandse Kerk kwam werken, had ik geen flauw idee wat het inhield: koster zijn. Op zondag is de kerk gewoon een kerk. Door de week is dat een ander verhaal'', zegt koster Ronald Hartsuiker (43) als hij op een stille woensdagmorgen de deur van het slot haalt. ,,Als de kerk stil en leeg is, is ze op haar mooist. Misschien klinkt het een beetje zweverig, maar ik heb een speciaal gevoel als ik in dit gebouw ben.''
Een kostercarrière was niet zijn ambitie op de Hogere Hotelschool. Maar Hartsuiker schoof vanuit de hotelwereld steeds meer richting maatschappelijke functies. ,,De baan van koster is iets waar je inrolt. Zo'n plek komt niet vaak vrij. Na een aantal jaren in de zorg, viel mijn oog op een dag op een advertentie. Toevallig had ik net de zaterdageditie van het Leidsch Dagblad gekocht. De Hooglandse kerk zocht een koster.''
In het begin kostte het Hartsuiker tijd om de omslag maken. ,,Als koster moet je de scheiding van werk en privé loslaten. Soms kom ik hier wel vier keer op een dag. Het doet een beroep op je flexibiliteit. Het is hollen of stilstaan.''
Toch is dat wat Hartsuiker het meest waardeert. Geen dag is hetzelfde. ,,Je bent altijd bezig met mensen. Met de hoogtepunten van het leven of de dieptepunten, zoals een begrafenis.'' Als een evenement eenmaal loopt, is Hartsuiker al bezig met het volgende. ,,Uiteindelijk worden die evenementen georganiseerd om het gebouw in stand te houden, zodat het beschikbaar blijft voor kerkdiensten.''
Op sommige dagen is hij zestien tot achttien uur in het gebouw en vindt hij het fijn om naar huis te gaan. ,,Toch heb ik altijd weer zin als ik hier de volgende dag de deur weer open doe.'' Een doorsnee werkdag vindt hij lastig te omschrijven. Wel heeft hij altijd zijn telefoon bij zich. Die gaat de hele dag door.
Hartsuiker begint zijn werkdag steevast met collega Peter Breedijk van de Marekerk. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van beide kerken. En in de zomer is de kerk vijf dagen per week open van 11.00 tot 16.00 uur. Gelukkig zijn er twintig vrijwilligers die zich daar mee bezig houden. Donderdagochtend staat de schoonmaakploeg op de stoep. ,,Dat zijn geeneens allemaal leden van de Binnenstadsgemeente of van de Studenten Ekklesia. Sommigen voelen zich gewoon verbonden met het gebouw. Eén man stofzuigt bijna de hele kerk in zijn eentje. Een vrouw maakt elke week de wc's schoon. Er is zelfs een gepensioneerd hoogleraar vrijwilliger wil worden.''
Tussendoor maakt Hartsuiker afspraken voor evenementen. Dat verschilt van een presentatie van de Audi A8 tot congressen en bijvoorbeeld het afscheid van een lid van bestuur van het LUMC. Soms gaat de telefoon 's avonds, bijvoorbeeld voor een begrafenis. Koster zijn in een grote kerk als de Hooglandse is dan ook anders dan in een kleine kerk. Exploitatie is essentieel. ,,Het heeft veel voordelen om alles zelf in handen te houden, maar wij werken met professionele bureaus en klanten zijn veeleisend.''
De vorige koster bleef vijftien jaar. Hoe lang de 43-jarige Hartsuiker blijft, weet hij niet. Voorlopig zijn er geen ambities om weg te gaan. Op de vraag wat de mooiste dag in zijn kostercarrière was, valt hij even stil. ,,Dat vind ik lastig. Een goedlopend evenement is altijd een soort feest. Maar als een begrafenis met een lunch achteraf voor duizend man goed verloopt, heb ik daar op een andere manier veel voldoening van.''

 

Deel 4. Een felbegeerd orgelparadijs, 10 juni 2015

Leiden,,Een orgelklank is te vergelijken met een goede, volle rode wijn. Bij de eerste teug weet je meteen of hij je bevalt'', zegt organist Theo Visser. ,,En hij wordt lekkerder naarmate je er meer van drinkt. Een goede wijn blijft overtuigen, dat heb ik ook bij dit orgel. De klank is zangerig, open, soepel en een beetje vrolijk. Het heeft een hele gemakkelijke, innemende persoonlijkheid. De meeste Nederlandse orgels hebben iets nuchters. Deze niet. Er zit elegantie in.''
Organist in de Hooglandse Kerk is een felbegeerde functie. ,,Zeker straks, met het Engelse orgel. Dan is het hier een soort orgelparadijs. Bovendien is de akoestiek van de kerk fenomenaal. Een lange galm, waarvan je daarna precies hoort waar het geluid, direct en transparant, zich heen verplaatst. Het is een soort 3D-effect.''
Vervangen Regelmatig wordt Visser door organisten aangeschoten met de vraag of ze hem kunnen vervangen als hij op vakantie gaat. ,,Dan voel ik me extra verantwoordelijk en denk ik: er moet niets mee gebeuren. Ik ben een van de weinigen die weet hoe het instrument er van binnen uitziet. Ik ben wel eens speciaal op en neer gereden om iets te repareren.''
Overigens liep Visser de baan in de Hooglandse Kerk bijna mis. Slechts één avond voor de deadline schreef hij zijn sollicitatiebrief. De advertentie had hij al wel zien staan, maar hij dacht dat hij geen kans maakte, omdat de cantorij deel van de functie was. ,,Een collega die bevriend was met Hans Brons, de zoon van de organist, belde me op en moedigde me aan om te solliciteren. De leiding van de cantorij hoorde er inderdaad formeel bij, maar Brons zou dat blijven doen.'' Na het spelen van een gezang, begeleiding en een stuk improvisatie, was de commissie om.
,,De band die je met een orgel krijgt is als het hebben van een relatie. Mijn band is nu beter dan in het begin. Je maakt samen dingen mee, daarnaast ontwikkel je jezelf. Een kenmerk van een goed instrument is dat het je vormt." Daarin deed het orgel zijn taak. Naarmate de organist het orgel beter kent, weet hij hoe de orgelwind waait. Die wind is nooit helemaal strak, wat de klank beïnvloedt. ,,Ik ken elk piepje en kraakje. Vooral bij de oudere barokmuziek komt dat goed van pas.''
Delen Na zestien jaar is hij het orgel nog altijd niet moe. ,,Ik heb wel eens overwogen om iets dichter bij huis te zoeken - ik woon in Utrecht - maar een vergelijkbaar orgel vind je niet zomaar. De oude organist Joop Brons, die al meer dan zestig jaar speelt, kom ik vaak op het orgeltrapje tegen op zondagmorgen als hij voor Ecclesia speelt.'' Een orgel delen is niet vreemd. ,,Integendeel. Als anderen spelen komen er weer heel andere elementen naar boven van het orgel. Muziek maken doe je met je hele persoonlijkheid.''
Vooral in de zomer repeteert de organist uren achter elkaar. In de winter kan het koud zijn, tot 8 graden aan toe. Dan staat er een klein kacheltje naast het orgel. Vlak voor concerten, speelt hij iedere dag. Meestal na vier uur, dan is er niemand meer in de kerk. Als er bezoekers zijn, is er toch wat geroezemoes.
,,Als organist voeg je iets toe aan de kerkdienst. In die zin heb je een religieuze functie. Dat is niet veranderd door de eeuwen heen. Het belangrijkste blijft natuurlijk dat iedereen prettig kan meezingen. Vroeger kreeg je pas een half uur van te voren een lijstje met de gezangen door. Tegenwoordig is het democratischer en heeft de organist ruime tijd van tevoren intensief overleg met de predikant.''
Achter het orgel hangt een lijst met alle organisten, ondertussen ruim veertig. Visser staat onderaan. ,,Het is leuk om in zo'n lange traditie te staan. En in de voetstappen te lopen van voormalige organisten die ook door de Beschuitsteeg liepen.''

tekst en beeld Arachne Molema 

 

Voor het orinele artikel: Klik hier